Bloginterview: hoe UMC Utrecht in korte tijd 3 eHealth-diensten succesvol ontwikkelde

11 november 2016

Slechts 9 maanden had het UMC Utrecht nodig om succesvolle eHealth-toepassingen te ontwikkelingen voor drie totaal verschillende patiëntgroepen: ALS, hypertensie en jeugdreuma. Hoe kreeg zij dit voor elkaar? En wat kunnen we hiervan leren? Ik ging langs bij professor dr. Wouter van Solinge, ambassadeur eHealth & Big Data van het UMCU, om het hem te vragen.

‘Ziet u daar, helemaal achter in de hal de liften? Met die lift gaat u 2 verdiepingen naar boven en dan gaat u meteen links door de rode klapdeuren. En daar meldt u zich.’ Het antwoord op mijn vraag hoe ik bij het kantoor van Wouter kom.

Elke keer als ik in het UMC Utrecht ben, verbaas ik mij weer hoe groot het is. Het academische ziekenhuis telt dan ook ruim 12.000 werknemers. Toch merk je hier niets van als je eenmaal op een afdeling bent.

Met een stevige handdruk begroet Wouter mij. Ik ken hem nu enige tijd en zijn visie en aanpak inspireren mij zeer. Aan de ene kant is hij een echte detaillist, iets wat je volgens mij als Klinisch Chemicus en hoofd van de afdeling Laboratorium Klinisch Chemie en Hematologie ook moet zijn. Aan de andere kant is hij iemand met een heel sterke visie over waar de zorg heengaat die met zijn ideeën en inspiratie de ‘neuzen dezelfde kant op krijgt’.

Copyright foto Marcel Bakker

Innovatieve ontdekkingsreis

‘Hoe kan het dat zo’n grote organisatie toch binnen negen maanden succesvolle eHealth projecten neerzet?’, val ik meteen maar met de deur in huis als we in zijn kantoor zitten. Een grote lach verschijnt op zijn gezicht. “Allereerst hebben we een heel bewuste keuze gemaakt om ons te focussen op drie ziektebeelden. We hebben ons niet laten verleiden alles tegelijk te willen aanpakken. Hier zijn we de innovatieve ontdekkingsreis mee begonnen. We hebben vervolgens onze droom geschetst samen met patiënten, met dokters, met verpleegkundigen en met partners."

'Er waren en zijn zoveel ideeën, maar welke maken nu echt het verschil op lange termijn?' "Een andere succesfactor is de manier waarop we aan de concrete uitwerking van deze droom zijn gaan werken. Er waren en zijn zoveel ideeën, maar welke maken nu echt het verschil op lange termijn? Die ideeën hebben we als eerste opgepakt. Eén tegelijk. We maakten eerst iets helemaal af en gingen dan pas door met het volgende. Zo hebben we ook juridische, ethische en technische vraagstukken opgepakt. En daarvan zijn er vele bij dit soort projecten waar veel verschillende partijen bij betrokken zijn."

"Nog een succesfactor is de keuze voor sterke samenwerkingspartners van buiten het ziekenhuis, met daarbij het vertrouwen in elkaar en korte communicatielijnen. Dit zijn natuurlijk de bedrijven waarmee we samenwerken, zoals Chipsoft en natuurlijk jullie als FocusCura zelf. Maar ook bijvoorbeeld de revalidatieartsen van De Hoogstraat of de huisartsen van de HUS hier in Utrecht zoals Bart van Pinxteren die we er vanaf het begin bij betrokken hebben. Zij speelden een cruciale rol."

"En als laatste kregen we ruimte vanuit de Raad van Bestuur om het veranderde zorgveld in kaart te brengen. Die ruimte moet er ook zeker zijn, wil je slagen.”

De dokter is nabij

Hiermee lukte het om in negen maanden drie eHealth-toepassingen live te krijgen. Dit met de potentie om ze over het hele ziekenhuis voor meerdere patiëntgroepen op te kunnen schalen.

“Op dit moment hebben we niet altijd zicht op wat er tussentijds gebeurt met een patiënt”, vertelt hij verder over de achtergrond van één van de eHealth-toepassingen. “ALS-patiënten bijvoorbeeld komen elke drie maanden naar de polikliniek. Omdat het een progressieve ziekte is, kan er in die tijd een hoop gebeuren. Als na een week de thuismetingen aangeven dat het gewicht terugloopt - een teken dat een patiënt achteruitgaat - dan wil je dat meteen weten zodat je sneller kunt ingrijpen. ‘Just in time zorg’ noemen we dat.”

'EHealth kan alleen succesvol worden als je het zorgproces anders inricht met alle betrokken zorgverleners'Volgens Wouter vereist dit een compleet nieuwe manier van werken. “EHealth kan alleen succesvol worden als je het zorgproces anders inricht met alle betrokken zorgverleners. Daarvoor moet enerzijds de technologie echt geïntegreerd zijn in de dagelijkse kliniek, bijvoorbeeld metingen “van buiten” die in ons ziekenhuisinformatiesysteem (ZIS) kunnen binnenkomen. Maar net zo belangrijk is dat de zorgverleners bereid moeten zijn om hun dagelijkse processen aan te passen. Pas dan heeft eHealth toegevoegde waarde. En dan maak je echt verschil, daar ben ik van overtuigd."

"Veel hypertensiepatiënten lopen bijvoorbeeld bij de huisarts. Er zijn werkafspraken gemaakt tussen de huisarts en de specialist voor gezamenlijk patiëntoverleg. Samenwerking en coördinatie zijn nu beter mogelijk omdat huisarts en specialist over dezelfde actuele – door de patiënt zelf gemeten – gegevens en informatie beschikken en samen met de patiënt vervolgstappen kunnen afspreken."

"Ook het promotieonderzoek van Martine Breteler ‘A Safe Path from ICU to Home’ waarin wordt verkend hoe patiënten na bijvoorbeeld een trauma of grote operatie zo snel mogelijk naar huis kunnen, sluit hier heel goed op aan”, geeft de eHealth ambassadeur als extra voorbeeld.

Wetenschappelijke benadering

En deze toegevoegde waarde moet je aantonen. “Wetenschappelijk”, vindt professor van Solinge. “Wij proberen onderzoek te doen naar de zin en onzin van eHealth en digitalisering. Zo past het UMC Utrecht niet zomaar een ‘stappenteller’ toe, omdat die toevallig sexy is en overal verkrijgbaar. Nee, er vindt eerst onderzoek plaats om de diverse mogelijkheden te valideren ten opzichte van de gouden standaard in de kliniek. Dat past ook bij onze rol als academisch centrum.” 'Zo past het UMC Utrecht niet zomaar een ‘stappenteller’ toe, omdat die toevallig sexy is en overal verkrijgbaar'

Een aardig voorbeeld hiervan is ook de kennis die internist-vasculair geneeskundige Dr. Wilko Spiering inbrengt. Wouter vertelt: “Al snel denk je dat het even thuis meten van de bloeddruk voldoende is om patiënten te monitoren op afstand. Maar onderzoek wijst uit dat het gebruik van zogenoemde weekmetingen eigenlijk de enige echte betrouwbare manier is om de bloeddruk te meten. We hebben dus juist die inzichten en wetenschappelijke standaarden ook in onze eHealth-applicaties gebouwd. Zo onderscheiden we ons door ook digitaal de allerbeste zorg te kunnen leveren voor de meest complexe patiënten.”

EHealth is een ‘enabler’

Wouter benadrukt echter tegelijk dat innoveren enkel vanuit zorgverleners niet voldoende is. De zorg innoveren en deze verbeteren kan alleen samen met patiënten.

“EHealth is een ‘enabler’ om een zorgcontinuüm te realiseren en daarmee betere zorg te kunnen bieden aan de patiënt. We hebben het allemaal over de patiënt centraal stellen. Wat betekent dat nu eigenlijk? Zit hij of zij op een stoel en staan alle zorgverleners er in een kring omheen? Hoe zou jij je dan voelen Daan?” “Ja heel ongemakkelijk”, antwoord ik. Wouter: “Precies! Een patiënt hoort in die kring te staan en mee te denken over innovatie.”

Patiënten empoweren: wat betekent dat dan?

“Een superbelangrijke les voor mijzelf ook. Ik ondervond aan den lijve dat je als zorgverlener echt niet altijd weet wat het beste is voor een patiënt. Zo dacht ik tijdens een zogeheten rondetafelgesprek met jeugdreuma-patiënten oprecht een goed idee te hebben. Door activity trackers in te zetten bij jongvolwassenen dacht ik het probleem op te lossen met het steeds moeten invullen van een vragenlijst over activiteit."

'Ik ondervond aan den lijve dat je als zorgverlener echt niet altijd weet wat het beste is voor een patiënt' "Een 16-jarige wees mij direct terecht: ‘ik ga zo’n ding echt niet dragen hoor, omdat 1) het is een stom ding! 2) door mijn ziekte doen mijn gewrichten pijn, dus ik wil niet iets om mijn pols dragen 3) ik voel mij al niet goed door mijn ziekte en dan word ik er ook nog de hele dag aan herinnerd door dat ding.’"

"Terwijl voor ouders van een 8-jarige zo’n activity tracker wel een uitkomst kan bieden. Tijdens het speelkwartier zegt hun zoon wel te bewegen, maar door de pijn doet hij dat niet. Dat maakt zo’n tracker dan inzichtelijk."

"De patiënt empoweren: wat betekent dat dan? Voor een 8-jarige totaal iets anders dan voor een 16-jarige of een 50-jarige. Daar kom je pas achter als je rond de tafel met ze zit."

Doe het samen!

Wouter zegt zelf veel geleerd te hebben in die negen maanden. “Als academisch ziekenhuis is het ook onze maatschappelijke verantwoordelijkheid om te onderzoeken hoe je eHealth op de juiste manier kan implementeren. Dit is een ontzettend mooi en energie gevend project."

"Samen leer je hoe het werkt, en vooral ook wat niet. Het vertrouwen dat iets ook mag mislukken. Samen betekent daadwerkelijk met alle betrokkenen: huisartsen, revalidatieartsen, patiënten, mantelzorgers, technologiepartners, enzovoort."

En als ik nog één advies mag geven aan andere zorgorganisaties: doe het samen met partners en durf te veranderen, zodat de zorg voor patiënten echt beter wordt.”

Professor Wouter van Solinge is Klinisch Chemicus en hoofd van de afdeling Laboratorium Klinisch Chemie en Hematologie in het Universitair Medisch Centrum Utrecht. Daarnaast zet hij zich in als ambassadeur eHealth & Big Data. Dit doet hij samen met Hyleco Nauta, director eHealth Innovation.