Bakken met zorgdata; what's next?

17 augustus 2017

Wat vliegt de tijd! Om maar met een cliché in huis te vallen. In dit blog geef ik u daarom een update over mijn promotieonderzoek. Er is ontzettend veel gebeurd. Zo hebben meer dan 100 verschillende bedrijven interesse getoond in het Nightingale project, ben ik naar de Europese eHealthweek geweest in Malta, en hebben we inmiddels bakken met zorgdata verzameld.

Het is komkommertijd in de zorg. En eigenlijk vind ik dat wel even lekker. Eindelijk kom ik meer toe aan overige, minstens zo belangrijke taken waar een promovendus uiteindelijk op wordt afgerekend. Zoals het schrijven van wetenschappelijke artikelen. Zelfs de werkzaamheden voor de Nightingale subsidie, waar ik eerder dit jaar over vertelde, liggen even stil. Of beter gezegd: de Europese Commissie is aan zet om ons voorbereidende werk te beoordelen.

De afgelopen maanden heb ik zeker niet stil gezeten. Alles stond en staat in het teken van het voorbereidingen voor een grote eHealth-aanbesteding. Hierbij dagen we de Europese industrie uit om technologie te ontwikkelen voor het draadloos en ‘slim’ monitoren van hoog-risico patiënten, binnen het ziekenhuis én in de eigen thuissituatie. Met we bedoel ik hier het consortium ‘Nightingale’ bestaande uit het UMC Utrecht, University College London Hospitals, Universitair Ziekenhuis Leuven, Universiteitskliniek Aken en Karolinksa University Hospital in Stockholm.

Overweldigende interesse vanuit heel Europa

We merken dat we in Europa echt iets in gang hebben gezet. Ontzettend gaaf is dat de interesse vanuit Europese bedrijven enorm is, durf ik wel te stellen. Zo kwamen er op door ons georganiseerde sessies in Brussel en München meer dan 100 (!) man van verschillende bedrijven. Van kleine start-ups tot grote miljoenen bedrijven.'Van kleine start-ups tot grote miljoenen bedrijven’

Voor ons was het zaak om tijdens deze sessies onze ‘challenge’ verder toe te lichten. En om - op een zo transparante mogelijke manier – vragen te beantwoorden van de industrie. Ik kan u verzekeren dat zich een interessant schouwspel aftekent, wanneer random startups met corporate miljoenenbedrijven aan tafel zitten. De één houdt de kaarten nog even tegen de borst, terwijl de ander vol overgave de eigen innovatieve ideeën ‘verkoopt’.

Ook werden er bedenkingen geuit door een selecte groep. Willen jullie écht óók patiënten thuis continu kunnen monitoren? Is het niet beter om eerst in het ziekenhuis slimme monitoring toe te passen? Nee. Het consortium heeft niet voor niets deze EU-subsidie toegekend gekregen, juist vanwege het feit dat we in de nabije toekomst patiënten in de thuissituatie in de gaten willen houden.

Vooroplopen in zorginnovatie

Vooroplopen in de innovatie doen we hierbij in elk geval zeker. Dat hebben we ook gemerkt op de Europese eHealth week in Malta. Hier was ik samen met Karianne Lindenhovius aanwezig, onze projectmanager van Nightingale, om te ervaren hoe ver Europa is op het gebied van eHealth. Echt vernieuwende eHealth-concepten zijn we hier niet tegengekomen vind ik. Wat we vooral ervaren is dat onze vraag aan de Europese industrie, het ontwikkelen van een oplossing om patiënten zowel in het ziekenhuis als thuis te monitoren, uniek is.

Al deze ontwikkelingen en ideeën worden gevoed door de ervaringen die we nu al opdoen in het ziekenhuis met het draadloos monitoren van hoog-risico patiënten met wearables. Op dit moment ben ik samen met Eline KleinJan, afstudeerder Technische Geneeskunde, aan het onderzoeken wat de betrouwbaarheid is van verschillende draadloze sensoren. Dit doen we bij (vaak) nog erg zieke patiënten op de Medium Care, en we vervolgen de metingen op de verpleegafdeling.

Eerste reacties verpleegkundigen

Hier leren we onwijs veel van. Niet alleen zien we de potentie van draadloze monitoring van patiënten, maar juist de informatie die we van patiënten en verpleegkundigen terughoren is buitengewoon leerzaam. ‘Juist de informatie die we van patiënten en verpleegkundigen terughoren is buitengewoon leerzaam’

Ook al hoeven verpleegkundigen in onze studie nog niet te reageren op deze nieuwe technologie, ze geven wel aan het een uitkomst te vinden wanneer de vitale functies wat vaker worden gemeten. Als ze nu vermoeden dat de patiënt ‘niet zo lekker gaat’ dan moeten ze opnieuw de meetapparatuur erbij halen, de patiënt belasten, en de vaak nog handmatige controles doorvoeren in het patiëntendossier.

Dit is enorm tijdrovend, terwijl de arbeidsdruk op verpleegkundigen de laatste jaren alleen maar is toegenomen. Je kunt je wel voorstellen dat ze draadloze registratie van alle vitale functies toejuichen.

Maar naast positieve geluiden is het goed om bewust te zijn van het feit, dat de introductie van innovaties risico’s met zich mee kan brengen. Zo hoorde ik onlangs een verpleegkundige zeggen dat hij bang was dat de erg zieke patiënten straks nog sneller van de Intensive Care naar de afdeling worden ontslagen. ‘Omdat de patiënten op de afdeling nu ook gemonitord worden’. Dit zijn nu typische ‘onbedoelde’ risico’s waar we tijdig op moeten inspelen.

Bakken met zorgdata

Zonder twijfel levert telemonitoring van patiënten bakken met data op. Ik overdrijf niet als ik zeg dat we per patiënt zeker 100.000 keer een hartslag of ademhaling hebben gemeten met verschillende sensoren. Maar hoe bruikbaar is deze data? Hebben we daadwerkelijk zoveel continue data nodig om die patiënt in de gaten te houden? ‘Zonder twijfel levert telemonitoring van patiënten bakken met data op’

Als we deze data op ons computerscherm zien dan zegt ons ‘die snel stijgende hartslag’ eigenlijk nog niets. Ik schreef hier al eens eerder over in dit blog. Het valt pas te interpreteren als we weten hoe de verpleegkundige op dat moment heeft gehandeld en als we weten hoe de patiënt zich voelt.

De data zelf kan natuurlijk wel aanleiding zijn om naar een patiënt te gaan kijken. Maar, nu al zien we dat data alleen onvoldoende is om een patiënt op afstand te kunnen beoordelen. Je hebt context informatie nodig om de situatie in te kunnen schatten.

Zogeheten ‘soft signs’ kunnen ons hierbij helpen, zoals een benauwder wordende patiënt, een patiënt die op bed blijft liggen of de patiënt die steeds bleker wordt. En wie anders dan de patiënt zelf, of zijn mantelzorger kan ons dat beter vertellen?

Soft signs voor slimme telemonitoring

Ik denk dat we in de toekomst beslist beter in staat zijn om achteruitgang bij een patiënt, zij het op een verpleegafdeling, of in de thuissituatie, tijdig te herkennen. Maar ik denk dat we dan wel in staat moeten zijn om ‘slimme’ monitoring toe te passen. En in mijn optiek is ‘slim’ juist ook het toevoegen van ‘soft-signs’ van de patiënt zelf. ‘En in mijn optiek is ‘slim’ juist ook het toevoegen van ‘soft-signs’ van de patiënt zelf’

What’s next?

Eerst maar eens die bakken met zorgdata analyseren. Dit zal nog wel even duren aangezien de studie nog gaande is op dit moment. En ondertussen denk ik wel alvast na over hoe we bijvoorbeeld ‘soft-signs’ kunnen toevoegen aan de telemonitoring data. Verder kunt u het laatste nieuws rondom Nightingale volgen op https://www.nightingale-h2020.eu/project-news.

Zo, u bent weer even helemaal bijgepraat wat betreft mijn promotieonderzoek. Heeft u vragen over mijn onderzoek? Ik hoor ze graag via Twitter of LinkedIn!